Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.

Archief

Ziek zijn

Dat ik ziek ben en daar totaal niet mee om kan gaan. Dat ik de neiging heb om de hele dag heel hard te zuchten, om aan de wereld (god?) te laten merken dat ik in nood ben en dat ik het daar niet mee eens ben. Dat ik ook altijd probeer te begrijpen wat ik precies heb, zodat ik het verloop ervan kan inplannen. Maar dat dat eigenlijk nooit lukt.

Dat ik dan wel eens denk: Ik doe het niet goed, dat ziek zijn. Ik moet daar beter in worden. Maar dat het eigenlijk ook weer niet zoveel uitmaakt. Je verspeelt die tijd toch, dus het maakt helemaal niet uit of je het ondertussen accepteert of je ertegen verzet. Accepteren is ook niet per se leuker, want dan heb je daarna écht niks meer te doen.

Huisarts

Dat ik het toch kwetsend vind dat de huisarts mij niet echt lijkt te willen leren kennen.

Onderhuids

Dat er in Parijs zoveel daklozen waren. ‘Zwervers’ is een te groot woord, want ze zwierven niet rond. Ze zaten of lagen vooral. Dat er allemaal kleine tentjes langs de Seine stonden die naar pis roken, waar ze al dan niet in lagen. De tentjes oogden vol, dat kan met mens zijn geweest maar ook met spullen.

Dat het me toch ineens een raadsel was waarom er in Nederland zo weinig gezworven wordt. Doen we iets goed? Dat dat het wel weer niet zal zijn. Dat we later we wel weer zullen moeten concluderen dat de problemen bij ons meer onderhuids zaten, en in feite juist erger waren. Dat we zwervers op straat dan als een stap vooruit gaan beschouwen; dan is het probleem in elk geval in kaart.

Rustiger tijden

Dat ik het zo druk heb. Dat ik daardoor geen energie heb om te beginnen met wat ik zou moeten doen. Dat het allemaal weer helemaal mis voelt qua planning. En dat ik snak naar rustiger tijden, maar juist ook weer niet. Ik anti-snak er zelfs naar, op een bepaalde manier.

Voorpret

Dat ik voordat ik op vakantie ga altijd kijk wat voor weer het op mijn bestemming wordt. Dat dat in het begin vaak nog niet lukt, want de voorspellingen gaan maar tot 14 dagen vooruit. Maar dan krijg ik toch alvast een idee, het hoort echt bij de voorpret. En zodra mijn data er eenmaal bij staan, neemt de voorpret alleen maar toe. We gaan écht al bijna, denk ik dan.

Maar dat de keerzijde van deze blijdschap is dat ik op dag één van de vakantie alweer kan zien wat voor weer het daarna thuis zal zijn.

Stressvolle situatie

Dat onze badkamer momenteel wordt verbouwd, en ik daar erg blij van word. Vooraf had iedereen mij gewaarschuwd over hoe vreselijk zoiets is; de chaos, de mensen over de vloer, zoveel stress. Maar dat ik het dus echt fantastisch vind: zij gaan iets moois voor ons maken, en wij hoeven niks te doen! Dat ik wel merk dat het onrustig is: op de een of andere manier doe ik een stuk minder op een dag qua werk, en ook mijn vrije tijd lijkt niet te bestaan terwijl ik ook niet kan zeggen wat ik dan precies doe als ze ‘s avonds weg zijn. Dat ik nu soms zelfs afspraken vergeet, en dat is echt niks voor mij. Dat we dus toch kunnen spreken van een stressvolle situatie, maar wel een fijne stressvolle situatie.

Dunne trui

Dat het vandaag warm schijnt te worden maar ik het idee heb dat ik het altijd een niveautje kouder heb dan andere mensen. Als ik hen vanuit mijn raam buiten in rokjes zie lopen, kan ik een shirt aan. Vandaag doen zij korte mouwen, dus draag ik een dunne trui.

Zielig

Dat ik zoveel zin heb in de verhuizing, maar mijn vriend alsnog nergens tijd voor heeft. Dat hij net begon op te noemen wie er allemaal ‘aan hem trekken’ op werk- en privégebied, en ik het toen ineens nogal zielig vond. Maar gisteravond was ik kwaad, en dat begrijp ik ook nog steeds.

Tol

Dat onze nieuwe kat zoveel lomper is dan de vorige twee die we hadden. Dat was zelfs al duidelijk toen ze nog verstopt zat in de krabpaal. Elke keer dat ze overeind kwam, stootte ze haar kop tegen het ‘plafond’. Ze zeggen dat koppen voor voetballers ongezond is, dus dit zal haar mentale capaciteiten niet ten goede komen. En dan zal ze de hoogte van het holletje steeds minder goed kunnen inschatten. Ze is ook gek op het natvoer dat ik haar geef, en nu denkt ze elke ochtend dat ik het bakje al bij me heb, dus dan gaat ze keihard mauwen en voor mijn voeten lopen. Maar ten eerste: ik ben nog helemaal niet beneden geweest. Ten tweede: Het bakje van gisteren staat gewoon leeg voor je neus, en er is geen tweede bakje. En ten derde: Ik heb helemaal geen bakje in mijn hand. Dus waar ze die hoop op baseert, is mij aan raadsel. Het koppen van de krabpaal begint zijn tol blijkbaar al te eisen.

Nieuwe overbuurvrouw

Dat we op de bank zaten en ik iemand aan de overkant van de straat aanwees en iets zei over een nieuwe overbuurvrouw. Dat mijn vriend haar zag staan en vroeg: ‘Ah, gaan ze nu echt verhuizen?’ Dat ik toen zei: ‘Nee, dit is de nieuwe al.’ Maar dat ik daarna ook begon te twijfelen, de oude overbuurman heeft altijd van die nietszeggende vriendinnen. Dat het enige argument voor mijn theorie toen nog was dat ik haar directe buurman net ‘Ah, jij bent de nieuwe buurvrouw?’ had horen zeggen. Maar het zou natuurlijk ook kunnen dat hij hetzelfde probleem heeft als wij. Toch reageerde ze niet geschokt, ik ving niks op in de trant van: ‘Ik woon hier al elf jaar!’ Dat we er dus van uitgaan dat ze nieuw is en ons binnenkort maar even voor gaan stellen, met alle risico’s van dien.   

Archief