Dat we gingen zaalvoetballen en daar voor het eerst een scheidsrechter bij hadden. Dat ik het meteen al een beetje een autoritair mannetje vond. Hij begon bijvoorbeeld over onze sierraden, die moesten af. Hij zei ook dat de bal die wij hadden meegenomen niet hard genoeg was, volgens hem was dat gevaarlijk voor je enkels als je erop ging staan (wat ik niet van plan was). Dus moesten we hem voordat we konden beginnen nog even oppompen. Dat deden we al zo snel mogelijk, maar toen kregen we daarna toch nog een extra preek: we moesten dit voortaan ruim van tevoren regelen.
Dat ik het daardoor al helemaal gehad had met die vent. En toen hij mij ook nog aansprak op het feit dat ik ‘kut!’ riep toen ik een verkeerde bal schoot, wist ik het zeker: ik heb een autoriteitsprobleem. Gelukkig heb ik de autoriteiten in de andere gebieden van mijn leven grotendeels weten te vermijden.
Comments