top of page

Hoge verwachtingen

Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.

Rijke mensen

Laatst kocht een vriendin van mij een groot huis in een rijke buurt. Ik merkte toen dat ik dacht: dan gaat ze in een buurt wonen met allemaal nare egoïstische mensen. Toen ik erover na ging denken vond ik dat niet echt, ik kon heel goed beredeneren dat niet iedereen die daar woont – misschien zelfs een minderheid – egoïstisch is. Maar ik krijg dat idee niet uit mijn hoofd, het is alsof mijn lichaam het al vindt en mijn hoofd daar niet tegenop kan.

Elke keer als ik nu vanaf het station die wijk in loop denk ik het weer. Het begint al met de gedachte dat het zo rustig is op het station omdat de mensen daar er geen enkele moeite mee hebben om het milieu te vervuilen. Ik probeer mezelf dan wel te corrigeren. Dat lukt heel even, totdat er iemand zo’n huis uit komt lopen en ik toch weer aan zijn of haar kleren denk te zien dat het inderdaad een stom persoon is.

En toen die vriendin vertelde dat ze met haar auto vanaf de oprit haar eigen straat vaak niet in kan rijden omdat niemand haar ertussen laat, voelde ik me als ik heel eerlijk ben licht euforisch. Alsof ik toch maar mooi goed zit hier in mijn arbeiderswoninkje. Waar ik zeker voorrang zou krijgen van mijn buren als ik een auto had gehad. En een oprit.

Dat voorbeeld onthou ik vervolgens als nieuw verzameld bewijs voor mijn stelling. Maar de wetenschapsfilosoof Karl Popper zei dat je je theorie niet moet willen bevestigen maar juist onderuit moet proberen te halen, dus op zoek moet gaan naar die ene aardige rijke persoon (de zwarte zwaan) in plaats van naar al die stomme (de witte zwanen). En zelfs in deze vergelijking zit mijn vooroordeel alweer: ik ga ervan uit dat de leuke rijke mensen de uitzondering zijn.

Misschien moet iemand anders dit onderzoek uitvoeren. Maar dan liever geen rijk iemand.

bottom of page