Dat het regelmatig voorkomt dat ik naar een bepaald perron loop, en de trein staat er al, maar vertrekt pas over een paar minuten. En dat allemaal andere mensen dan gaan rennen, omdat ze toch bang zijn dat hij al wegrijdt. Terwijl ze, als ze verstand in hun kop zouden hebben, zichzelf zouden kunnen toespreken dat ze gewoon rustig kunnen lopen. Dat het zo heerlijk is om me superieur aan die mensen te voelen.
Dat dat me ook doet denken aan een rotonde in Groningen waar je ook rechtdoor kon, dus dwars door de cirkel heen. Maar de verkeersregel was: alleen bussen mogen rechtdoor, fietsers en auto’s moeten om. Dat een vriendin van mij toen een keer zei zich altijd zo’n loser te voelen als ze braaf omfietste. Zelf had ik dat gevoel minder, want meestal ging ik gewoon over de busbaan. Door haar opmerking vond ik dat ook ineens heel wat van mezelf. Maar dat ik daardoor ook ineens de optie voelde om de volgende keer gewoon lekker om te fietsen, en je even niet druk te hoeven maken om boetes. Sindsdien bekeek ik het per keer: wil ik me stoer voelen en ga ik rechtdoor, of wil ik geen gedoe en fiets ik om?
Maar voor treinen die nog niet vertrekken, ren ik nooit.