Dat ik een proefles Zumba deed en dat dat het langste uur van mijn leven tot nu toe was.
Het waren allemaal hele korte nummers dus we deden er wel twintig, terwijl ik me na vier nummers al afvroeg of het inmiddels niet eens tijd was. En wat de beweging ook was, je moest er altijd ook bij springen. Met 50 mensen tegelijk. Het probleem was dat ik als enige de bewegingen nog niet kende. Er werd niets langzaam voorgedaan, je moest direct meedoen. Dus hupste ik er moedeloos achteraan. En ik was achterin gaan staan, maar soms draaide alles ineens om en stond ik dus ook nog vooraan.
Wat ook niet meehielp was dat de juf, die ‘Rox’ heette of beweerde te heten, steeds rondliep en dan tegen je begon te schreeuwen, in plaats van dat ze de pasjes gewoon voordeed op haar verhoging. Dus dan moest ik naar iemand anders kijken om te weten wat ik moest doen, maar toen bleek iedereen toch net iets anders te doen.
Toen de les er bijna op zat keek ‘Rox’ me ook nog aan vanaf haar verhoging en deed ze ondertussen haar mondhoeken omhoog. Ze bedoelde dat ik moest lachen. Al mijn hele leven zeggen mensen regelmatig tegen mij dat ik moet lachen. Tot nu toe deed ik dan altijd een poging, waardoor de discrepantie tussen hoe ik mij van binnen voelde en wat ik stond te doen nog groter werd. Nu weigerde ik. Ze bleef haar mondhoeken maar omhoog duwen en naar mij kijken, het leek bijna op een pasje. Ik keek terug en deed niks. Voor het eerst in mijn leven. Dus toen ‘Rox’ aan het eind van de les – dat gelukkig toch kwam – schreeuwde dat we trots op onszelf mochten zijn, was ik dat ook.