Dat ik droomde dat mijn optreden op 7 april ineens toch door bleek te gaan. Ik was er vanuit gegaan dat het door het hele coronagebeuren zou komen te vervallen, dus ik had niks voorbereid. Maar ik was al in het theater, en zou toch iets moeten gaan doen. Dat ik toen geen enkele grap meer wist. Ik belde mijn broer nog met de vraag of hij een documentje vanaf mijn computer kon doorsturen, maar hij was nog onderweg, dus dat ging niet op tijd lukken.
Dat ik toen ook nog vóór de pauze bleek te moeten, en het optreden ineens niet om half 9 begon maar om half 8. Dus make-uppen zat er ook al niet meer in. Er was net al één comedian geweest, maar die had gewoon een film laten zien. Zo kan ik het ook, dacht ik toen. Dat ik inmiddels aan de beurt was en dus toch maar op liep, en wat beginnetjes van grappen begon te stamelen, maar de clou steeds niet meer wist. Dat een van de andere comedians toen ook het podium op kwam en een verhaal dat ik vertelde begon uit te beelden, hij deed twee neukende honden na. Dat dat wel enorm aansloeg.
Maar het klopte niet eens, want het waren twee mannetjes. Dat ik dat eroverheen probeerde te roepen, maar dat niemand mij hoorde.