Dat ik de hond uitliet en twee oude mensen tegenkwam die bij ons in de straat wonen. Ze zijn niet meer zo goed ter been, dus het lopen is een beetje een klus voor ze. Ze merkten mij ook pas heel laat op, zo druk waren ze met lopen. Dat die vrouw mij, toen ze alles eenmaal kon plaatsen, bedankt voor de stekjes die ik onlangs bij haar in de tuin had gelegd. Dat ze daarna wel een klaagverhaal begon over haar pols, ze klaagt eigenlijk altijd. Ik vraag me altijd af wat haar man daarvan vindt, maar die praat niet zo soepel meer, dus al vindt hij er wat van, dan krijgt hij dat niet een-twee-drie meer duidelijk gemaakt.
Dat we daarna eventjes samen opliepen, de twee oude mensen en ik. Die vrouw klaagde ondertussen nog wat door. Dat ik toen niet wist hoe lang ik naast ze moest blijven lopen, wat het logische moment was om mijn eigen tempo weer op te pakken zonder onbeleefd te zijn.