Sprinter
- jannekedebijl
- 28 aug 2017
- 1 minuten om te lezen
Dat er in den Bosch een Brabants stel de trein in kwam gerend vlak voordat we wegreden. Dat de vrouw van dat stel toen zei dat ze had moeten sprinten voor de sprinter. Dat haar man dat toen herhaalde. Dat er nog een Brabants stel in de trein zat en dat de leden van dat stel daarna ook allebei een zin zeiden met zowel ‘sprinten’ als ‘sprinter’ erin. Ze leken allemaal niet door te hebben dat de grap al was gemaakt, alsof de anderen deze twee woorden toevallig in één zin zeiden en zijzelf ineens dat verband legden.