Dat ik in het bos een stukje achter iemand anders liep, ook met hond. We hadden hetzelfde tempo, bleek, dus de afstand tussen ons bleef gelijk. Het was verder een heel rustig paadje. Ze had al een keer achterom gekeken en we hadden al ‘hoi’ gezegd, maar het bleef een beetje ongemakkelijk. Vooral toen zij scherp rechtsaf sloeg en ik dat ook echt van plan was geweest en het dus toch ook maar deed. Vanaf toen keek ze steeds vaker om. Ik overwoog nog even om ‘ik volg je niet hoor’ te zeggen bij een volgend oogcontact, maar had gelukkig net op tijd door dat dat best eng klonk.
Ik had een zandheuvel in mijn hoofd waar ik wilde gaan zitten om de tekst voor mijn optreden te leren, dan kon de hond ondertussen lekker rennen en snuffelen. Waar ik links richting die heuvel moest, ging zij gelukkig rechtdoor. Maar toen ik daar aankwam zag ik haar aan de andere kant van de heuvel weer tevoorschijn komen. Gelukkig zat ik als eerste en was ik nu minder verdacht, ook omdat zij degene was die was omgelopen. Misschien kon zij mij ook gewoon niet goed loslaten.
We zaten een tijdje schuin tegenover elkaar op die heuvel, of eigenlijk was het een zandkuil in een heuvel en zaten we óm de kuil. Onze hondjes renden en speelden met elkaar in de kuil en ik leerde mijn tekst. Zij deed verder niks, dus uiteindelijk was zij toch echt het meest verdacht.
Comments