Dat ik sinds kort op zaalvoetbal zit en in eerste instantie in de aanval werd gezet. Dat dat niet beviel, omdat ik geen idee had waar ik het beste kon staan. Ik begreep wel dat ik naar voren moest, maar niet wanneer en hoe ver. Soms moest ik ‘me aanbieden’, op andere momenten moest ik juist gaan. ‘Ga maar Janneke!’, riepen ze dan. Maar ik had zelf geen idee wanneer het gaan en wanneer het aanbieden was, en als ik ging waarheen dan precies. Zo rende ik wat verloren over dat veld, waarbij ik ook nog de hele tijd de neiging had om sorry te zeggen, wat ik toch echt niet nodig vond. Het is immers maar een hobby. Dus het was op hoop van zegen afwisselend gaan en aanbieden, én op mijn woorden letten.
%20Anne%20van%20Zantwijk_header.jpg)
Hoge verwachtingen
Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.
Dat ik droomde dat een collega-comedian in de VARA-gids gezegd had dat ik borderline heb. Dat ik daar woest over was, ten eerste omdat het helemaal niet waar is en ten tweede omdat ik dacht: wie ben jíj nou helemaal? Ik stond in de hiërarchie duidelijk boven hem. Dat hij later heel beteuterd aan kwam lopen, omdat hij ook wel wist dat hij fout zat. Maar hij had nog weinig ervaring met interviews, zei hij (waarschijnlijk vanwege zijn plek in de hiërarchie). Dat ik dat dan wel weer begreep.
Dat hij in hetzelfde interview overigens ook de vraag kreeg: vind je Janneke verleidelijk? En toen heel snel en duidelijk ‘nee’ had gezegd. Dat ik dat ook kwetsend vond, maar wel wist dat het zijn goed recht was en dit verder niks met ons werk te maken had. Dat ik daar daarom maar niet over begon.
Dat ik op een familiefeest was en mijn broer toen iets vertelde, maar daarbij een grammaticale fout maakte. Hij gebruikte een verkeerde verleden tijd. Het was geloof ik een sterk werkwoord en hij vervoegde hem zwak, in twee opzichten. Dat mijn tante hem toen uitlachte. Dat ik dat toch wel erg hard vond.