top of page
Brandnetels (c) Anne van Zantwijk_header.jpg

Hoge verwachtingen

Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.

Dat onze aardbeienplant naar de klote lijkt te zijn. Eerst was hij gewoon groen en aan het groeien, en verschenen er om de haverklap aardbeien. We hadden hem ook expres aan de muur gehangen, zodat de slakken er niet bij zouden kunnen. So far so good.

Maar toen kwam er heftige regen en daar reageerde hij op door wat verpieterd achter te blijven, als een oorlogsslachtoffer dat de strijd weliswaar overleefd heeft maar er nooit meer helemaal bovenop komt. Nu komen er nog wel af en toe aardbeien aan, maar die zijn niet helder rood meer, eerder een beetje verfwassen (terwijl het nu toch echt niet meer regent). En de pitjes die er normaal zo subtiel in zitten liggen er nu te veel bovenop en hebben ook wat grauws over zich. Om over de smaak nog maar te zwijgen. Bovendien zitten er inmiddels ook slakkensporen op de muur, die hebben hem alsnog ontdekt, alsof de plant nog niet hard genoeg was toegetakeld.

Gelukkig groeit er wel een tak naar beneden nu, en daaronder begint hij een nieuw stukje plant. Dat ik hoop dat het bij die dependance beter gaat.

Dat er een man van middelbare leeftijd in de bieb NT2-les gaf aan een buitenlandse jongen. Dat vond ik heel nobel en sympathiek, maar toen ik inhoudelijk meeluisterde kreeg ik toch medelijden met de inburgeraar. Hij wist niet wat een gouden kooi was. Dit leek mij geen ramp, maar in plaats van een tandje terug te schakelen naar meer gangbare woorden en uitdrukkingen, kwam de docent daarna aanzetten met ‘azuurblauw’, ‘preekstoel’ en ‘in de bonen zijn’. Dat ik toen dacht: dit zijn niet de termen waarmee ze het hier gaan redden. Allebei niet.

Dat we gingen eten in een pop-up sushirestaurant in Amsterdam. Ik wist dat het pop-up was, dus het slordige plafond en de onprettige stoelen vergaf ik ze eigenlijk meteen. Maar wat me niet beviel was dat de serveerster zich bij binnenkomst aan ons voorstelde. Dat verstierde meteen de hele ontspannen setting, want blijkbaar moesten we ook iets met háár. Vervolgens duurde het ellenlang tussen de sushirondes door, maar daar kon ik nu natuurlijk niks meer van zeggen, we waren immers al kennissen. Dus was het wachten, wachten en nog eens wachten, op die stoelen onder dat plafond.

bottom of page