Dat ik pianoles had en weer niet goed geoefend had. Ik wilde daar geen sorry voor zeggen, omdat ik daar niet in geloof. Je moeten dingen niet voor een leraar gaan doen, als ik zelf lesgeef haat ik het altijd als leerlingen dat doen. Ik speelde het half-geoefende nummer met horten en stoten door. Ondertussen hoorde ik hem een beetje kuchen, hij had duidelijk moeite om zijn aandacht erbij te houden. Als ik een nummer vloeiend speel, kucht hij nooit. Dat ik het ineens zo zielig voor hem vind, dat juist hij, die zo van vloeiende muziek houdt, naar zo veel haperend pianospel moet luisteren.
%20Anne%20van%20Zantwijk_header.jpg)
Hoge verwachtingen
Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.
Dat ik ’s avonds in de trein zat en er in de 4-zits naast mij een jongen en een meisje zaten, die elkaar wel bleken te kennen maar niet heel goed. Zij vertelde hem dat ze met psychiatrische patiënten werkt en was daar nogal over aan het opscheppen. Het ene na het andere sterke verhaal kwam eruit, en de jongen was zichtbaar onder de indruk. Hij flapte er ook af en toe iets doms uit, zoals: ‘dan moet je er wel echt al in je hersenen iets mis zijn, lijkt me.’ Terwijl hij overduidelijk geen idee had. Haar werk leek hem bovendien ‘niet saai’ en ‘cool’. Hoe meer zij opschepte, ook over de gevaren en wat er een keer met wie was gebeurd, hoe zieliger ik de patiënten begon te vinden. Je wordt overdag misschien geholpen, maar diegene slaat daar later weer een slaatje uit.
Dat ik droomde dat Theo Maassen met ons mee op vakantie was, en ik toen steeds als ik een grapje tegen mijn vriend maakte omkeek of Theo daar wel om moest lachen. Doodvermoeiend was het. Dat ik op een gegeven moment ook besefte dat we allebei alleen maar daarmee bezig waren, terwijl we normaal echt wel dingen gaan doen op vakantie. Nog nooit had ik zo uitgekeken naar een excursie als nu.