Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.
Ziek zijn
Dat ik ziek ben en daar totaal niet mee om kan gaan. Dat ik de neiging heb om de hele dag heel hard te zuchten, om aan de wereld (god?) te laten merken dat ik in nood ben en dat ik het daar niet mee eens ben. Dat ik ook altijd probeer te begrijpen wat ik precies heb, zodat ik het verloop ervan kan inplannen. Maar dat dat eigenlijk nooit lukt.
Dat ik dan wel eens denk: Ik doe het niet goed, dat ziek zijn. Ik moet daar beter in worden. Maar dat het eigenlijk ook weer niet zoveel uitmaakt. Je verspeelt die tijd toch, dus het maakt helemaal niet uit of je het ondertussen accepteert of je ertegen verzet. Accepteren is ook niet per se leuker, want dan heb je daarna écht niks meer te doen.
Voor lief
Dat ik vanochtend eindelijk weer eens tot half 9 heb geslapen. Dat ik wel een vervelende droom had over een collega. Maar dat ik dat nu maar even voor lief neem, onder het mom van ‘pick your battles’.
Huisarts
Dat ik het toch kwetsend vind dat de huisarts mij niet echt lijkt te willen leren kennen.
Onderhuids
Dat er in Parijs zoveel daklozen waren. ‘Zwervers’ is een te groot woord, want ze zwierven niet rond. Ze zaten of lagen vooral. Dat er allemaal kleine tentjes langs de Seine stonden die naar pis roken, waar ze al dan niet in lagen. De tentjes oogden vol, dat kan met mens zijn geweest maar ook met spullen.
Dat het me toch ineens een raadsel was waarom er in Nederland zo weinig gezworven wordt. Doen we iets goed? Dat dat het wel weer niet zal zijn. Dat we later we wel weer zullen moeten concluderen dat de problemen bij ons meer onderhuids zaten, en in feite juist erger waren. Dat we zwervers op straat dan als een stap vooruit gaan beschouwen; dan is het probleem in elk geval in kaart.
Rustiger tijden
Dat ik het zo druk heb. Dat ik daardoor geen energie heb om te beginnen met wat ik zou moeten doen. Dat het allemaal weer helemaal mis voelt qua planning. En dat ik snak naar rustiger tijden, maar juist ook weer niet. Ik anti-snak er zelfs naar, op een bepaalde manier.
Voorpret
Dat ik voordat ik op vakantie ga altijd kijk wat voor weer het op mijn bestemming wordt. Dat dat in het begin vaak nog niet lukt, want de voorspellingen gaan maar tot 14 dagen vooruit. Maar dan krijg ik toch alvast een idee, het hoort echt bij de voorpret. En zodra mijn data er eenmaal bij staan, neemt de voorpret alleen maar toe. We gaan écht al bijna, denk ik dan.
Maar dat de keerzijde van deze blijdschap is dat ik op dag één van de vakantie alweer kan zien wat voor weer het daarna thuis zal zijn.
File
Dat we op de terugweg van onze vakantie echt enorm in de file stonden. We hebben ruim 3 uur volledig stilgestaan. Maar dat Google Maps de hele tijd leek te denken dat het wel meeviel; hij bleef volhouden dat we over een paar uur wel thuis zouden zijn. Dat we uiteindelijk weer langzaamaan begonnen te rijden en Google Maps toen zei: mogelijk verderop file. Dat ik me toen wel even afvroeg waar hij het gore lef vandaan haalde.
Rustige plekjes
Dat onze kat kwijt is. Dat het ook nog de kat is die altijd op mijn hoofd slaapt. Dat we denken dat ze ergens verderop een rustig plekje heeft uitgezocht om dood te gaan, ze was namelijk al oud en kwam normaal nooit buiten de tuin. Maar dat we haar nog steeds niet hebben gevonden. Dat er te veel rustige plekjes zijn in Maarn.
Overstag
Dat ik vlak voordat ik naar de Utrechtse Heuvelrug verhuisde een nieuwe fiets heb gekocht. Ik zag mezelf al helemaal gaan door de bossen. Maar dat dat toch een beetje tegenviel, vooral door het Heuvelrug-achtige. Alle plaatsen rondom Maarn zijn vrij ver weg, dus in de praktijk pakte ik steevast de auto.
Dat we in de zomer ineens wel gingen fietsen, naar Zeist en Amersfoort, maar ik het toch een hele klus vond. Dat mijn vriend toen zei dat ik een elektrische fiets moest nemen. Dat ik dat eerder nooit wilde, maar nu ineens besefte dat het dé oplossing was. Dat ik hem toen dezelfde dag nog heb gekocht; een gewone fiets is echt niet meer te doen als je in je hoofd al een elektrische hebt.
Dat de mensen om mij heen wel diep teleurgesteld in mijn blijken te zijn wanneer ik dit vertel. Dat ik dat verder niet kan helpen; ze zullen er zelf ook doorheen moeten zodra ze overstag gaan.
Aanboren
Dat ik een zomer voor me had gezien met in de ochtend schrijven en in de middag lekker vrij. Ik zou dan in de tuin rommelen, naar musea gaan en uitgebreid koken. En lezen natuurlijk. Maar dat het nu toch weer werken, werken, werken lijkt te worden.
Dat ik probeer wat aardiger voor mezelf te zijn, maar geen idee heb hoe ik dat aan zou moeten pakken. Ik weet simpelweg niet waar ik de aardigheid vandaan zou moeten halen. Wat er niet zit, kun je ook niet aanboren. Zo simpel zijn de wetten van het aanboren.
Nieuwsbrief
Meld je aan en mis niets!
Colofon
Foto's: Bas Losekoot, Anne van Zantwijk
Vormgeving voorstellingsbeeld: Marc Koppen
Website: Sanne Groot