top of page
Brandnetels (c) Anne van Zantwijk_header.jpg

Hoge verwachtingen

Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.

Dat ik altijd graag meer wilde schilderen, en daar door de quarantaine ineens tijd voor had. Maar ik had ook tegenzin, ik wil wel goed kunnen schilderen maar blijkbaar staat de weg ernaartoe me toch tegen. Het moet geen ploeteren worden. Dat ik nooit weet wanneer ik me nou over die tegenzin heen moet zetten en wanneer ik er juist aan toe moet geven. Of, zoals een vriendin van mij ooit zei: wanneer doe je zelfdiscipline en wanneer zelfcompassie? En zij is nota bene psycholoog.

Dat ik gisteren voor zelfcompassie koos toen ik eigenlijk aan een schets zou werken, en in plaats daarvan een serie ben gaan kijken. Daar knapte ik dusdanig van op dat het prima was om daarna weer even te schetsen.

Dat ik me altijd genaaid voel wanneer ik iets verkoop op Marktplaats. Je wil niet te snel toehappen bij een bod, want misschien biedt iemand anders daarna meer, maar je wil de huidige bieder ook niet verliezen door te lang te wachten. Zelf raak ik altijd direct geïrriteerd als ik ergens een bod op doe en de verkoper reageert niet binnen een uur, ik handel het graag direct af. Bovendien zei de makelaar bij de verkoop van ons vorige huis dat de hoogste biedingen meestal op de eerste dag komen. Als je dan wacht, graaf je dus je eigen financiële graf. Maar als je niet wacht, zul je nooit weten of er meer in had gezeten. Behalve op Marktplaats dus, daar wordt dat gewoon in je face gewreven door iemand die hoger biedt, omdat je vergeten was je artikel op ‘gereserveerd’ te zetten. En ik kan het ook niet over mijn hart verkrijgen om het dan aan de hogere bieder te geven, zo ben ik niet opgevoed.

Gisteren had ik het met een fietsmand. Ik had ‘m al aan Evelien beloofd, toen Stefanie ineens meer bood. Dat zat me zo dwars, dat ik hier wel erkenning voor wilde van Evelien. ‘Iemand anders biedt nu 20 euro’, typte ik aan haar, ‘maar ik heb ‘m voor jou gereserveerd’. Gelukkig was zij niet te beroerd om mij even te geven wat ik nodig had. ‘Dat is lief’, typte ze. Zo werd het toch nog een prima verkoop.

Dat we op de hei gingen wandelen met de hond. De grote parkeerplaats was vanwege de lockdown afgesloten maar wij wisten een andere ingang waar je nog wel kon parkeren. Dat daar toen een groep van ongeveer 20 jongeren stond. Ze hielden absoluut geen afstand van elkaar, en stonden te roken en te drinken. Een van de wandelaars zal de politie wel bellen, zei ik tegen mijn vriend, maar zo zijn wij niet.

Dat we even later terugliepen richting de parkeerplaats, en op de eindpaadjes al wat meiden tegenkwamen met wijn in hun hand. Op een ander paadje rende een groepje jongens achter elkaar aan. Toen zagen we dat er een auto van de gemeente gearriveerd was, dat was de reden dat de kudde uit elkaar stoof. Je zag zelfs de schapen denken: zo eng is dit nou ook weer niet. Ze deden dus alsof ze toevallig allemaal los van elkaar met wijn en sigaretten op de hei liepen. Dat er ook een meisje was dat probeerde haar dronken charmes in de strijd te gooien bij de gemeenteambtenaar. Ik hoorde haar ‘schat’ zeggen en ze raakte hem ook aan. Dat ik toen eigenlijk de politie wilde bellen om te zeggen dat er iemand werd aangeraakt, ik vond haar bijna een soort coronaspuger. Maar bij de ambtenaar leken de prettige gevoelens toch te overheersen.

bottom of page