Dat er een man van middelbare leeftijd in de bieb NT2-les gaf aan een buitenlandse jongen. Dat vond ik heel nobel en sympathiek, maar toen ik inhoudelijk meeluisterde kreeg ik toch medelijden met de inburgeraar. Hij wist niet wat een gouden kooi was. Dit leek mij geen ramp, maar in plaats van een tandje terug te schakelen naar meer gangbare woorden en uitdrukkingen, kwam de docent daarna aanzetten met ‘azuurblauw’, ‘preekstoel’ en ‘in de bonen zijn’. Dat ik toen dacht: dit zijn niet de termen waarmee ze het hier gaan redden. Allebei niet.
%20Anne%20van%20Zantwijk_header.jpg)
Hoge verwachtingen
Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.
Dat we gingen eten in een pop-up sushirestaurant in Amsterdam. Ik wist dat het pop-up was, dus het slordige plafond en de onprettige stoelen vergaf ik ze eigenlijk meteen. Maar wat me niet beviel was dat de serveerster zich bij binnenkomst aan ons voorstelde. Dat verstierde meteen de hele ontspannen setting, want blijkbaar moesten we ook iets met háár. Vervolgens duurde het ellenlang tussen de sushirondes door, maar daar kon ik nu natuurlijk niks meer van zeggen, we waren immers al kennissen. Dus was het wachten, wachten en nog eens wachten, op die stoelen onder dat plafond.
Dat ik in de bieb aan het werk was, en daarbij aan een grote leestafel zat. Dat zich om die tafel heen vervolgens steeds meer oude mensen verzamelden. Die lazen daar de krant en raakten met elkaar aan de praat. Dat de bejaardentermen me toen om de oren vlogen. In korte tijd kwamen ‘kortademig’, ‘seniorenvereniging’, ‘hartfunctie’, ‘Piet is niet opbeurend’ en ‘vetzuren’ voorbij.