top of page
Brandnetels (c) Anne van Zantwijk_header.jpg

Hoge verwachtingen

Janneke heeft hoge verwachtingen, van zichzelf én van het leven. Hoe dat elke keer weer tegenvalt, lees je hier.

Dat de jongen op de gordijnafdeling van de Karwei te hard zijn best deed, zeker voor iemand die eruit zag als zestien (het kan aan mij liggen, maar ik vind winkelpersoneel er de laatste tijd steeds vaker uitzien als zestien). Terwijl ik stond te kijken welke stof ik mooi vond, hoorde ik hem bijvoorbeeld veel te opvallend ‘prettige avond nog’ tegen andere klanten zeggen, je kon de cursus waarin hij dat geleerd had nog voelen.

Hij wilde ook mijn lege mandje opruimen dat iets verderop stond, terwijl ik dat nog nodig had. Toen hij erachter kwam dat het van mij was hing hij hem aan een gordijnroede en zei hij erbij: anders struikelt er misschien iemand over. Toen week hij wat mij betreft wel echt te veel af van wat hij op de cursus geleerd kon hebben. Als je over mandjes struikelt in de Karwei, zal zelfs de cursusleider van mening zijn dat dat een vorm van natuurlijke selectie is. Ik dacht ook: het is maar goed dat hij niet bij Albert Heijn werkt, want hoe gaat hij dat dan met de winkelwagentjes doen? Daar struikel ik persoonlijk veel vaker over.

Vervolgens liet hij me de gordijnstalen zo mee naar huis nemen zonder iets van een borg te vragen, hij focuste echt te veel op de mandjes.

Dat ik een bruisbal met glitters had en op het punt stond om die in bad te doen. Dat ik er al een beetje tegenop zag, omdat ik dacht: waar blijven die glitters dan na afloop? Maar ik wist ook niet wat ik anders met dat ding moest. Ik kon wel eerst een andere bruisbal nemen – ik had er meerdere – maar dat is natuurlijk alleen maar uitstel van het probleem. Dus deed ik hem toch in bad.

Dat ik daarna helemaal onder de glitters zat. En niet alleen ik, ook mijn handdoek, mijn kleren, de bank en het dekbed. Ik voelde me een soort kleuter, terwijl die heus niet altijd onder de glitters zitten. Maar ik denk dat ik me zo voelde omdat ik bang was dat mensen dachten dat ik het expres had gedaan, dat ik het leuk vond om glitters op mijn armen en mijn gezicht te hebben. En dat past wel bij kleuters. Het zat ook zo gelijkmatig overal, dat het zeker een bewuste keuze leek.

Inmiddels dunnen de glitters langzaam uit, ik vind er nog af en toe een op mijn gezicht, een groepje van tien op het dekbed, een paar op mijn vriend. Ik word minder en minder kleuter. Ik kijk al uit naar de dag dat het er nog maar één is. Dat iedereen mij eindelijk weer aanziet voor wat ik ben: iemand die per ongeluk een glitter op zich heeft gekregen.

Dat ik Blaudzun zo zielig vond op Lowlands, omdat er zich nog nauwelijks mensen in zijn tent hadden verzameld voordat hij begon. Ik zag al helemaal voor me hoe hij vlak voordat hij op moest het doek een stukje opzij schoof om naar de menigte te kijken en toen zag dat er bijna niemand op hem stond te wachten.

Dat de vrouw die hem aankondigde dat volgens mij ook zielig vond en het toen alleen maar erger maakte door meerdere keren te roepen ‘Kom allemaal hierheen!’ Ze vertelde ook dat hij een paar jaar geleden ook op Lowlands stond, maar toen in de Alpha. Dat is een veel grotere tent.

En toen ging Blauzun ook nog een liedje spelen waarbij we elke keer moesten springen als hij het woord ‘up’ zong. Maar niemand leek te weten wanneer dat was. Ik deed echt heel erg mijn best, maar pas tegen het eind had ik het onder de knie.

Dat ik de cd toen heb gekocht en het nu thuis wel goed doe. Maar dat ziet Blaudzun niet.

bottom of page